Het is een eenvoudig kaartspel waarbij je hoger of lager moet spelen. Dus als je een 4 hebt liggen, kun je alleen een 3 of 5 neerleggen. Je hebt drie pieken van kaarten, waarbij er 18 (3x6) kaarten dicht liggen. Daaronder is er nog een rij van kaarten. Door deze weg te spelen, kun je de dichte kaarten open krijgen. Het is een piramide vorm, dus de kaart komt pas vrij als de twee kaarten die er voor liggen weg zijn gehaald. De overige kaarten liggen dicht langs. Elke keer wordt er een kaart omgedraaid en daar kun je mee spelen door hoger of lager de kaarten neer te leggen.
De regels zijn in principe zeer eenvoudig om te leren. Het heeft eigenlijk maar een belangrijke regel en dat is dat kaarten alleen gespeeld mogen worden als deze een stap hoger of lager wordt.
Voorbeeld: De kaart die is omgedraaid is een 5, dan kun je uit het speelveld kijken of hier een 4 of 6 ligt. Ligt er een 4, dan plaats je deze op de 5. Dan moet je op zoek naar een 3 of 5 etc.
De kaarten die open liggen mogen gebruikt worden en alleen als de dichte kaarten geen open kaarten meer aanraken, mogen deze ook opengedraaid worden. Wanneer je geen kaart kunt kiezen uit het speelveld, dan kun je een kaart omdraaien van de stapel.
Het spel is afgelopen als alle kaarten van het speelveld zijn weggespeeld. Dan heb je overigens gewonnen. Je kunt ook verliezen, wanneer de stapel met kaarten weggespeeld is en er nog steeds kaarten op het speelveld liggen.